Kaart 5a
losse informatie pand
 
Utrecht - Wittevrouwenkade 1 2001.0816c
Vervolg Wittevrouwenkade 1                        Bouwhistorische Verkenning bron verwerkt
(...aan de achterzijde.) (Dit is de volledige bouwhistorische verkenning op 7 kaarten) ag0602

Bij de verbouwing van 1927 werd met name de begane grond gewijzigd. De voorste gangwand wordt grotendeels gesloopt om aan de voorzijde een grote ongedeelde ruimte te creëren. De hoofdentree is verplaatst vanuit midden van de noordgevel naar de westelijke hoek van deze gevel. Het trappenhuis kreeg een nieuwe opzet door draaiing van het onderste deel van de trap. Op die wijze kon onder het trappenhuis een kluisruimte worden geplaatst. De begane grond van de aanbouw aan de achterzijde (tot dan toe de conciërgewoning) werd ingericht tot stookruimte. De conciërgewoning werd verplaatst naar de verdieping van deze aanbouw, waartoe een herindeling heeft plaatsgevonden. De woning kreeg een eigen ontsluiting, via een nieuwe deur in de noordgevel en een apart trappenhuis.

Fase 4 (verbouwingen, omstreeks 1980): Vermoedelijk in de jaren tachtig heeft een herbestemming plaatsgevonden tot woonhuis, waartoe onder meer douches zijn toegevoegd. De ruimte op de begane grond kreeg een functie als atelier en werkplaats. In deze periode werd onder meer een aantal doorgangen op de begane grond weer dichtgezet en zijn nieuwe tussenwanden geplaatst. Een aantal van deze tussenwanden kwam weer op de plaats van oude tussenwanden.

Beschrijving in hoofdlijnen

Massa van het gebouw

Wittevrouwenkade 1 bestaat uit twee delen, namelijk het hoofdgebouw en een uitstek aan de achterzijde. Het hoofdgebouw bestaat uit drie bouwlagen en een kap met plat en vier schilden. Oorspronkelijk was er sprake van een omlopend schilddak met een zakgoot, die ongetwijfeld via een Keulse goot afwaterde op de goot van de buitengevels. Omstreeks 1970 is de zakgoot dichtgezet door overbouwing van het middelste deel van de zakgoot. Het uitstek aan de achterzijde bestaat uit twee bouwlagen met een zadeldak met schildeind (achterzijde).

Hoofdgebouw

Gevels

De voorgevel is een statige lijstgevel, die in hoofdopzet uit 1826-29 dateert en gemoderniseerd is in 1882. In oorspronkelijke opzet was de gevel uitgevoerd in schoon metselwerk. Met de modernisering van 1882 zijn de gepleisterde afwerking van de begane grond (schijnblokken of rustica), de cordonlijst, de hoekkettingen en de hoek- en sluitstenen boven de vensters op de eerste verdieping tot stand gekomen. Vermoedelijk dateren de vensterkozijnen uit 1826-29, de huidige zesruitsschuiframen uit 1882. Op de begane grond en eerste verdieping is sprake van vensters met een wisseldorpel, op de tweede verdieping schuiven de ramen in hun geheel in "kasten" die in de borstwering zijn opgenomen. Deze opzet moet oorspronkelijk zijn. Ook de kroonlijst is gemoderniseerd in 1882. Voor 1882 was er sprake van twee dakkapellen op het voorvlak van het dak, respectievelijk boven de tweede en vijfde venster-as.

De rechter of noordelijke zijgevel had in de oorspronkelijk opzet (1826) alleen aan de achterzijde of westzijde vensters. Deze vensters hebben een soortgelijk opzet als de vensters in de voorgevel. De kozijnen dateren uit 1826-29, de ramen uit 1882. Voor het overige had de gevel een gesloten karakter, hetgeen te maken had met het tussenlid tussen dit paviljoen en het hoofdgebouw. Bij de verbouwing van 1882 zijn aan de voorzijde enkele vensters toegevoegd. Ook werd de toegang vanuit het tussenlid verbouwd tot een zelfstandige hoofdentree. Bij de verbouwing van 1927 werd de ingang in het midden van de gevel verplaatst naar het achterste deel van deze gevel, waarmee deze in de uiterste hoek terecht kwam.

De gepleisterde afwerking van deze gevel dateert uit 1882. De keuze voor deze afwerking had ongetwijfeld te maken met de sloop van het aangrenzende tussenlid en het toevoegen van een aantal vensters. De begane grond kreeg eenzelfde afwerking als de voorgevel, een pleisterlaag met schijnblokken en een afsluitende cordonlijst. (De linker of...) Zie verder volgende kaart